Actueel

< TERUG
5 maart 2017  |  NIBV ACTUEEL
Onduidelijkheid gecertificeerde aanleg

Onduidelijkheid gecertificeerde aanleg


Steeds vaker ontvangt het NIBV berichten dat er onduidelijkheid is over de aanleg van vloeistofdichte voorzieningen. Met name de gedeeltelijke aanleg zou leiden tot afwijking in de certificering.

Een vloeistofdichte voorziening is naast de vloeistofdichte vloer ook de daaraan gekoppelde bedrijfsriolering met afscheider én de fundatie onder de vloeistofdichte vloer. Sinds enige tijd is het verplicht om vloeistofdichte voorzieningen, die onder erkenning moeten worden aangelegd, aan te brengen overeenkomstig de BRL SIKB 7700 (art. 3.25 van de Activiteitenregeling milieubeheer). Dit is een productcertificaat en dat betekent dus dat het hele product (fundatie, vloer én riolering) onder certificaat door de aannemer dient te worden aangelegd. In het recent uitgegeven wijzigingsblad is onder punt 2 nog eens expliciet benadrukt dat het niet is toegestaan om delen van het product uit te sluiten van het certificaat (ofwel dit door derden uit te laten voeren.

De onduidelijkheid komt omdat in het verleden vloeistofdichte vloeren werden aangelegd volgens de BRL 2319 (vloeistofdichte elementen) of BRL 2362 (beton). Dit waren procescertificaten en daarmee was het mogelijk om bijvoorbeeld alleen het ‘proces’ van de vloer of de fundatie onder certificaat te realiseren. Een deel van de markt blijkt op dit moment nog onvoldoende op de hoogte van deze verandering.